Ichthus reactie op artikel ds. Niemeijer in ND

 

Geplaatst 22 november 2006

Op 16 november 2006 hebben wij een reactie op het artikel van ds. P. Niemeujer in het ND van 8 november 2006 aan het ND aangeboden.
We kregen daarop de volgende reactie:

'Geachte heer Sikkema,

Uw ingezonden bijdrage hebben wij in goede orde ontvangen.
U hebt eenmaal gelegenheid gehad uw visie uiteen te zetten en ds. Niemeijer heeft daarop mogen reageren. Daar willen we het bij laten.
We menen dat deze zaak zich niet goed leent voor verdere discussie in de krant.
Daarom zijn ook andere bijdragen afgewezen. We hopen dat u voor deze afweging begrip hebt.

Met vriendelijke groet,
Frans Tijssen
eindredacteur opiniepagina


-------------------------------------------------------------------------------------

Ichthus antwoord aan ds. P. Niemeijer

De kernzaak in Kampen-Noord
In de krant van 8 november gaf ds. P. Niemeijer zijn visie op de kwestie in de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Kampen-Noord. Volgens hem handelt 'Ichthus' kerkrechtelijk onjuist en is er geen sprake van een conflict over Schrift en belijdenis. Op beide punten missen wij wezenlijke informatie die wij graag bij dezen doorgeven.

Kerkenraadsbesluit?
Ds. Niemeijer herhaalt wat hij als preses van de laatstgehouden generale synode ook ter synode benadrukte: van wezenlijk belang is het feit dat de kerkenraad van Kampen-Noord het classisbesluit om af te treden heeft aanvaard.
Dit sterkste argument in zijn betoog is tegelijk het zwakste. Dit geldt ook voor de uitspraken van de synode. 'De kerkenraad van Kampen-Noord' heeft dat classisbesluit namelijk helemaal niet aanvaard. Wij kunnen daar kort over zijn. Twee duidelijke feiten tonen dat aan.
In de eerste plaats bestond er geen meerderheid meer. De verhoudingen lagen precies elf tegenover elf.
In de tweede plaats waren de elf broeders van Eudokiazijde op een enkeling na niet meer wettig kerkenraadslid. Zij hadden zich maanden tevoren verplicht per direct hun ambt neer te leggen als zij voortijdig met de mediation zouden stoppen. Dat zij deze verplichting niet nakwamen deed hen nog niet wettig kerkenraadslid blijven.
Kortom: 'de kerkenraad van Kampen-Noord' (voorzover wettig overgebleven) heeft het besluit van de classis niet aanvaard maar is in appel gegaan. Slechts een enkeling van de (wettige!) kerkenraadsleden besloot zijn ambt neer te leggen, evenals de onwettig aangebleven broeders deden.
Het is ons een raadsel hoe ds. Niemeijer dan zo'n bewering kan volhouden. De feiten waren hem, evenals de synode, bekend.
Intussen zijn er desastreuze gevolgen aan verbonden die de gemeente van Kampen-Noord onherstelbare schade hebben toegebracht. De wettig gebleven kerkenraad wordt nu ineens voor scheurmaker uitgemaakt en met de gemeente die hem bleef erkennen, 'buiten de poort' van het kerkverband gezet.

Geen confessioneel geschil?
Ds. Niemeijer zet een vraagteken bij onze bewering dat het werken vanuit Schrift en Confessie ter discussie werd gesteld. Hij suggereert dat in de kerkenraad van Kampen-Noord alleen maar de wijze waarop het beroep op Schrift en confessie gebeurde, niet overtuigend werd bevonden. Met deze voorstelling van zaken doet hij de werkelijkheid geen recht.
Wat was in Kampen-Noord het geval?
Als door de 'minderheid' c.q. de predikant werd geargumenteerd met verwijzing naar Gods Woord en de confessie, dan werd dat afgedaan als 'vereenzelviging van eigen mening met Schrift en belijdenis'. Er werd niet geargumenteerd aangewezen wáár dat beroep op Bijbel en confessie ongegrond was. Het feit dát voor de aangevoerde argumenten een beroep daarop werd gedaan, ontmoette ergernis.
Wij laten opnieuw de feiten spreken.

1.de kwestie begon toen in 2003 de (toen nog meerderheid van de) kerkenraad kwam met openlijke beschuldigingen richting de predikant. Beschuldigingen als: eigen overtuigingen vereenzelvigen met fundamentele visie en gereformeerd-zijn; opereren vanuit niet open bespreekbare en als confessioneel gekenmerkte standpunten. Deze kritiek had zich ook gericht op de prediking en het pastoraat.
In feite komt dit neer op beschuldiging van 'bovenschriftuurlijke binding'.
Om het met woorden van ds. Niemeijer te zeggen: dat is nogal een oordeel!
Elke gereformeerde belijder zal toestemmen dat wie eigen mening tot Gods Woord verheft tegen de Schrift in gaat (Deut 12:32, Matt 15:9). Ook tegen de belijdenis van de kerk (NGB art. 7). Afdoen of toedoen aan Gods Woord is niet geoorloofd in de kerk van Christus.
Maar zo werd de inbreng van onze predikant (en impliciet ook die van de minderheid) wel gediskwalificeerd en uiteindelijk ook niet langer getolereerd.
De beschuldigingen zijn nimmer hard gemaakt. Ook is bespreking er van geweigerd.
Wel werden ze publiek gemaakt. En wie zich niet kon vinden in dit handelen van de kerkenraad moest zijn ambt neerleggen en anders de weg van appel bij de classis gaan.
Voor dat eerste hadden wij geen vrijmoedigheid, tot dat laatste zagen wij ons toen genoodzaakt.


2. de classis oordeelde dat de kerkenraad onvoldoende had onderzocht in hoeverre visieverschillen op de concrete toepassing van Gods Woord en de belijdenis een bepalende factor vormden van de kwestie. De kerkenraad had ten onrechte de visieverschillen als mogelijke oorzaak van de problemen buiten beschouwing gelaten.
Verder sprak de classis uit dat de kerkenraad zijn oordeel over het functioneren van zijn predikant in prediking en pastoraat niet had onderbouwd.
Uit deze gang van zaken blijkt dat er wel degelijk een kwestie lag op het principiële punt van: wordt de Schrift en de confessie binnen de kerkenraad wel of niet recht gedaan?
Ook oordeelde de classis dat de kerkenraad met de publieke diskwalificaties niet had gehandeld in de geest van het negende gebod van de Here en dat de kerkenraad daarover spijt had te betuigen aan de gemeente. De handelwijze van de (meerderheid van de) kerkenraad was hier duidelijk in strijd met Schrift en belijdenis gevonden. De kerkenraad heeft deze betuiging van spijt geweigerd.
De classis riep verder de kerkenraad op het gesprek over de principiële punten aan te gaan. Dat gesprek is geweigerd en tot op het eind geblokkeerd gehouden. Het voortijdig afbreken van de mediation was daar een laatste bewijs van.

3. hoe het beroep op de Schrift en de belijdenis niet werd getolereerd, daarvan geeft een bespreking rond de interkerkelijke jeugdkerk (Re@ction) een tekenend voorbeeld. Voor de discussie had onze predikant een schriftelijke bijdrage geleverd met verwijzing naar Schrift en belijdenis. Deze bijdrage werd zonder argumentatie van de kerkenraadstafel geveegd (ook letterlijk). In een later stadium is duidelijk te kennen gegeven: wie zo'n bijdrage levert, daarvoor is geen plaats in ons midden. En dat waar de bijdrage op een inhoudelijke discussie aanstuurde. (De bijdrage zat bij ons appelschrift naar de GS Amersfoort-C en is te vinden op www.kampennoord-ichthus.nl)
Daarom stellen wij vrijmoedig: voor onze bijdrage met beroep op de Schrift en de Confessie was geen plaats meer.

4. Ds. Niemeijer wijst er op dat de synode verbanden zag tussen de geschillen die landelijk spelen, èn de controverse in de kerkenraad in Kampen-Noord. Het heeft inderdaad veel met elkaar te maken. Het lijkt er op dat ds. Niemeijer wil zeggen dat de onderwerpen die landelijk in de belangstelling staan, niet van confessionele aard zijn. Dat zeggen wij hem niet na en hij weet: velen met ons.
Wat was de kernkwestie in Kampen-Noord? Binnen de kerkenraad werd geen plaats meer geboden aan broeders die de discussie wilden dienen met 'normale gereformeerde ideeën' (om met prof. J.P.Lettinga in Trouw van 14 november jl. te spreken). Bij het wegwerken van deze broeders werd de focus eenzijdig gericht op de predikant als zondebok.
Uit bovenstaande feiten mag duidelijk zijn dat het te kort door de bocht is om te stellen dat de zaak Kampen-Noord 'geen gevolg van confessioneel conflict' is, zoals de kop boven het artikel van ds. Niemeijer luidt.

Revisie serieus nemen
Wij zien een preses van de vorige synode de besluiten van zijn synode verdedigen tegenover een kerkenraad die daartegen in beroep gaat bij de volgende synode. Ongeveer een derde van zijn bijdrage bestaat uit citaten van deze synodebesluiten. Ds. Niemeijer houdt ons met het oog op de synodebesluiten, en ook het laatste classisbesluit, voor: 'Je kunt aan officiële rechtsspraak niet voorbij!'
Hij doet het voorkomen alsof wij verplicht zijn deze besluiten uit te voeren ook al verzoeken wij revisie. De beoordeling echter of wij ons wel of niet terecht beroepen op art. 31 van de kerkorde voor het niet aanvaarden van de synodebesluiten (en het daarop gestoelde classisbesluit), dat is niet aan hem maar aan de synode van 2008.
Tegenover een kerk die revisie verzoekt is dit voor een ex-preses van de synode rechter spelen in eigen zaak.
Ds. Niemeijer verklaart dat de Gereformeerde Kerken een zorgvuldig geregelde rechtsgang hebben.
Zorgvuldig daarmee omgaan is echter nog een tweede!

Kerkenraad van de Gereformeerde Kerk te Kampen-Noord (Ichthus)
Scriba J.T. Sikkema